EEN TAND LATEN VERWIJDEREN – WAT NU?
Tandvleesaandoeningen, endodontische problemen of een ongeval: er zijn veel redenen waarom we een tand of kies moeten laten verwijderen. En afhankelijk van uw leeftijd, eventuele bestaande medische aandoeningen, infecties, enz., kunnen de omliggende weefsels, zoals het kaakbot en het tandvlees, in goede staat verkeren of beginnen af te breken. Wat de reden voor het trekken van uw tand ook is – of het nu gaat om het verwijderen van een losse tand, het verliezen van een tand bij een ongeval of het laten trekken van de tand vanwege endodontische problemen – we begrijpen dat het een traumatische ervaring kan zijn. Als u hiermee te maken krijgt, zijn wij er om u te helpen bij het kiezen van de optie die het beste bij uw doelen en budget past. Wilt u een tandheelkundig implantaat of alternatieven voor tandheelkundige implantaten zoals een vaste of verwijderbare tandbrug? Wilt u gaan voor de veiligste behandeling, de snelste behandeling of de meest esthetische? Lees verder om meer te weten te komen.
WAT GEBEURT ER NA EEN TANDVERWIJDERING?
Nadat een tand of kies is verwijderd, ontstaat altijd botverlies. Dit is een natuurlijk proces dat wordt veroorzaakt door het verwijderen van de tand zelf: als er een gat in het kaakbot zit, resorbeert het omliggende bot en vult slechts een klein deel van de lege tandkom (exctractiesocket) zich weer met nieuw bot. Naarmate de tijd verstrijkt, zal in een socket zonder tand het kaakbot krimpen (slinken of resorberen). Hoewel het een natuurlijk proces is, zal uw tandarts maatregelen nemen om dit volumeverlies te stoppen om het succes van uw tandheelkundig implantaat of uw vaste of verwijderbare tandbrug te verzekeren.
HOE KAN EEN VERLOREN TAND WORDEN VERVANGEN?
Afhankelijk van uw medische toestand en wensen kunnen tandheelkundige implantaten direct ná het verwijderen van de tand of kies worden ingebracht, óf enkele maanden nadat de tand is verwijderd. Het maakt echter niet uit welk behandeltraject u en uw tandarts kiezen, één voorwaarde is van cruciaal belang: het implantaat heeft een stabiele basis in uw kaakbot nodig. Alleen dan blijft het implantaat de komende jaren stabiel. Om die reden zal uw tandarts vaak besluiten om nieuw bot rond het tandheelkundig implantaat te maken (botregeneratie).
We hebben de verschillende behandelopties voor implantaatplaatsing hieronder samengevat:
Directe implantaatplaatsing
Het plaatsen van een implantaat direct nadat een tand is verwijderd, vereist geavanceerde chirurgische vaardigheden. Wanneer een tand wordt verwijderd, is het gat dat de tand achterlaat groter dan het implantaat. De ruimte rond het implantaat wordt dus opgevuld met een bot-vervangingsmateriaal om het implantaat zo een stevig fundament te geven en botverlies te voorkomen. Na verloop van tijd integreert het bottransplantaat zich in het kaakbot. Het is vermeldenswaard dat deze optie niet in alle gevallen wordt geadviseerd, vooral als u dunne of beschadigde botwanden of dun tandvlees heeft.
Uitgestelde implantaatplaatsing
Tandartsen wachten vaak liever even met het plaatsen van een implantaat. Hierdoor kan de lege socket genezen. Wanneer het tijd is om het implantaat te plaatsen, kunnen ze verder botvolumeverlies uitsluiten. Het reeds verloren bot kan worden gecompenseerd met een chirurgische botvergroting waarbij ze een bot-vervangingsmateriaal en een beschermend membraan toevoegen. Deze procedure wordt geleide botregeneratie genoemd en is een van de meest toegepaste behandelingen.
Geen implantaatplaatsing maar het voorkomen van botverlies
Een bot-vervangingsmateriaal kan in de lege socket worden ingebracht nadat de tand is verwijderd. Deze aanpak wordt gebruikt om het volume van het kaakbot te behouden en om invasieve reparatie van verloren bot op een later moment te voorkomen, totdat u besluit de verloren tand te vervangen door een implantaat of brugrestauratie. Met dit traject koopt u ‘denktijd’ zonder dat dit ten koste gaat van de aanwezige hoeveelheid kaakbot.